Het Klooster

Gesticht in 707: Monastère de Castillion

Bovenop een heuvel omringd door honderden ha bos ligt Saint-Christophe, een bijzonder klooster gesticht door Wulfoad en zijn vrouw Adelsinde, in 707 ter ere van de aartsengel Michael. Het heette oorspronkelijk Monastère de Castillion naar de naam van deze heuvel.

Als we door het bos, waarvan 80 ha nog bij St Christophe hoort, naar boven komen maakt de oude weg een bocht en zien we een groot open weiland, met vriendelijke zwarte paarden en midden daar tussen het klooster. Een noodzakelijke maar ook prachtige natuurlijke bescherming: eerst bos dan 15 ha open weiland en dan het klooster met zijn eeuwenoude meter- dikke kloostermuren. Vandaar dat eventuele huidige mobile verbindingen hier maar moeilijk stand kunnen houden dit soort muren maken ze niet meer!

Middenin bevindt zich de kleine kloostertuin omringd door stenen pilaren, meer dan 1300 jaar oud. De kloostertuin was een plek om te rusten en zich te bezinnen…zoals de Fransen nu zo mooi zeggen,

Dat was ook de oorspronkelijke bedoeling van een klooster: bescherming, en rust en bezinning op zoek naar God… tegenwoordig misschien de bron in jezelf…en dus ook in de ander. Niets meer en niets minder.

Meer over de geschiedenis weten? Lees verder

Unieke & bijzondere locatie

Het is de historie en de schoonheid van het landschap die een ieder die hier met goede bedoelingen komt raakt. Door de eeuwen heen hebben mensen dit gevoeld en gerespecteerd.

Wij voelen ons vereerd dit prachtige stukje aarde weer in ere te mogen herstellen, in harmonie met de natuur die hier zo duidelijk en majestueus aanwezig mag zijn.

Vanzelfsprekend voelen mens en dier zich hier thuis!

Savine en Pieter Priester

Pieter en Savine, verliefd op het klooster

Het Resto

Dit was de vroegere kloosterstal, wij hebben deze plek helemaal verbouwd in de afgelopen jaren. Nu is het ons knusse en vrolijke restaurant waar we samen met betrokkenen eenvoudige, lekkere gerechten serveren op vooraf aangekondigde dagen.  Met een bar die eens in Efteling te vinden was, hoe leuk is dat!

De Cour

We hebben een Cour, of te wel, een hele bijzonder mooie binnenplaats. De pilaren op deze binnenplaats én de put in het midden (6 meter diep met een bassin van meer dan 30 m²) zijn bewaard gebleven tijdens de vele eeuwen. Dit is het hart van ‘t klooster!

De Kapel

Dan is er nog de kapel, een plek voor bezinning. Bezoekers geven aan de eeuwen te kunnen voelen, wegzinkend in gedachten overgevend aan het gevoel wat dit meebrengt. De kapel is op afspraak te bezoeken. Deze oeroude kapel is nog helemaal intact en maakte deel uit van de kloosterkerk.

De Binnenmanege

Naast het klooster hebben we een grote binnenmanege. Deze is deels in het landschap verzonken. De manege heeft een rijbak (20 x 60), 18 boksen, zadelkamer, spuitplaatsen, etc. In overleg is het mogelijk om hier ook jouw paard te stallen tijdens een vakantie.

Maar we hebben nog meer!

We hebben ook nog de zwarte stallen, de buitenmanege, het zwembad, een tuin om ‘t klooster, ‘t winkeltje, een ontvangt én entree. Bekijk de foto’s hieronder voor het totaaloverzicht.

Meer geschiedenis

Le Vieux Moutier:

De monniken moesten het nu nog bestaande monniken pad naar beneden over om water te halen bij de bron, waar wij nu nog ons water vandaan hebben. En er was en is een put in de kloostertuin. Net als wij, stookten ze hout uit het bos, waar ze vergezeld waren, net als wij nu, door reeën, enkele herten, wilde zwijnen, kleiner wild, schitterende roofvogels en toen nog wolven en lynxen waarvan er nu in de Lorraine nog enkelen blijken te zijn.

Later trokken deze Benedictijner monniken naar beneden aan de Maas (La Meuse) vandaar dat het plaatsje daar nu Saint- Mihiel (Michael) heet. Dit kleinere klooster boven op de heuvel bleef bestaan als Prieuré.

Toen ontstond de naam “Le Vieux Moutier” (de oude abdij, en er bleven enkele monniken achter omdat de plek hen dierbaar was en er altijd een magische aantrekkingskracht is geweest, tot op de dag van vandaag. Het is voor ons ongelooflijk om in alle contacten met oude bewoners en ook in stukken geschiedenis, dit overal doorheen te lezen, te horen en te voelen.

Een ieder die hier geleefd en gewoond heeft, deed dat met respect, bewondering en liefde…en zelfs in de twee wereldoorlogen die hier vlak omheen heel heftig woedden (bv het Saillant de St Mihiel, het grootse bloedbad om Verdun in de eerste wereldoorlog) is St Christophe gespaard en bijna helemaal ongeschonden gebleven.

We zijn nog steeds omringd door vele loopgraven, bunkers en geheime gangen, zelfs een geheel gangenstelsel naar de Marsoupe en St Mihiel.

Kelten:

Deze plek was echter voor de stichting van dit klooster al bijzonder, getuige de vele Keltische- en oudere Menhirs in de omgeving.

Wulfoad:

Toen Wulfoad en Adelsinde terugkwamen van hun bedevaart naar Italië was hij zo onder de indruk van wat hij daar gezien en beleefd had dat hij besloot om ter ere van Michael een klooster te bouwen. Een ongeveer gelijk verhaal wordt overigens verteld over de monnik, ook een Benedictijn, die het bekende klooster le Mont St Michel in Normandië heeft gesticht, ook ter ere van Michaël en ook 707. Dat klooster en de Place St Michel in Parijs, een grote abdij voor Michael in Chalons en Champagne, ons klooster en een groot klooster ter ere van Michael in Karlsruhe, liggen allemaal op een kaarsrechte lijn (Leylijn), die dwars door Parijs en dus ook deze plek gaat. De Kelten wisten van deze krachtplaatsen.

Toen dus Wulfoad na terugkomst eens ging jagen en daarbij zoals altijd zijn buidel met heilige relikwieën uit Italië bij zich had, werd zijn gezelschap overvallen door noodweer. Snel vertrokken ze, maar Wulfoad vergat zijn buidel, die hij in een boom had gehangen.

Hij keerde direct terug en wilde de buidel uit de boom nemen, maar “L’arbre s’inclina”, de boom trok zich terug steeds weer.

Wulfoad was geraakt door dit wonder en besloot dat dit de plek werd waar hij zijn klooster voor Michael zou gaan bouwen. Toen hij zijn buidel weer wilde meenemen, lukte dat wel, voor hem een teken dat deze plek goed was. De boom is er niet meer, maar de plek wel…en zijn klooster staat er nog steeds.

Merovingers:

Wulfoad was een fervent aanhanger van de Merovingers, een geslacht van Frankische koningen en nakomelingen van Clovis die tenslotte bijna allen zijn verbannen of vermoord, waardoor de Karolingers met als eerste Karel de Grote, aan de macht kwamen. En dat gesteund door de Paus, terwijl de Merovingers nog hun eigen Germaanse, natuur gelieerde godsbeeld- en beleving hadden. Karel de Grote liet zich beschermen door de kerk in Rome die daarmee voet aan de grond kreeg in heidense gebieden, zoals overal in en buiten Europa en daarmee wereldgodsdienst werd. Helaas zijn daarmee langzaamaan en vaak met veel wreedheid en geweld (in naam van God!) alle natuurlijke en nog met de natuur verbonden godsdiensten gesmoord en voor een groot deel verloren gegaan.

En daarmee veelal ook hun wijsheid en vooral de verbinding tussen mens en natuur langzamerhand ook. Want die verbinding is er altijd, maar is in onze huidige vorm van leven bijna niet meer aanwezig, zelfs dan niet meer in onze eventuele godsdienstige -of spirituele beleving. Hoewel er in de laatste decennia meer en meer stromingen ontstaan waar de weg terug naar die natuur en Moeder Aarde, weer gezocht wordt.

Het is daarom ook dat wij hier op deze plaats het oorspronkelijke gedachtegoed van de Kelten in ere proberen te herstellen, zoals zij dat hier voor het klooster er kwam, al deden. Je kan bijna niet anders als je zo dicht in en met de natuur leeft als hier.

Voor de Kelten was de natuur als vanzelf “de grote Godheid”, de bron van alles. En dat is toch nog steeds zo?

Of we willen of niet, we zijn daar toch in alle opzichten een onderdeel van. Alle natuurwetten betreffen direct ook onszelf, al was het alleen al ons eigen lichaam.

Childerick III en zijn zoon Theuderic

Ten tijde van Wulfoad hebben we te maken met de laatste Merovingers. Wulfoad kwam openlijk op voor Childerick II, de laatste Merovinger, toen deze afgezet werd (751) en verbannen naar een klooster in opdracht van Pepijn de Korte, vader van de Grote.

Pepijn was in eerste instantie Maire du Paleis, “hoofdsecretaris” van de Koning, maar door de open en moderne stijl van leiding geven lieten deze Koningen vaak veel over aan Maire du Palais, die tenslotte de macht afdwongen en daarbij niet vies waren van op zachtst gezegd niet echt geciviliseerde praktijken en dát vaak ook gesteund en beinvl door de kerk in Rome. Ieder zijn “voordeel” (meer macht) maar daarmee ging het ge der Merovingers en hun (nog meer heidense) geloof verloren.

Helaas, want ze probeerden ménselijke Koningen te zijn en niet slechts machthebbers. Ze werden daardoor vaak als slap, vrouwelijk en/of homoseksueel afgeschilderd, maar zij waren misschien hun tijd wel ver vooruit.

Childerik III stierf, verborgen en verbannen in een klooster, waarschijnlijk St Bertin of St Denis, in ieder geval, hier niet ver vandaan en zin nog jonge zoon werd gevangengezet ook in een klooster.

Toen deze jongeman, Theuderie, te gevaarlijk werd omdat hij volwassen en sterker was geworden, en dus een laatste telg van het geslacht der Merovingers was, werd ook deze in opdracht van Pepijn “verwijderd”, hoogstwaarschijnlijk door toevoeging van bepaalde van middelen in zijn voedsel. Hij was toen 18 jaar.

Deze jongen leefde hier als gevangene, voor een deel tegelijkertijd met Wulfoad zelf die ook werd “gevangen” in zin eigen klooster, hij mocht er niet vandaan, een soort “huisarrest”.

Dit in opdracht van Pepijn en onder invloed van de kerk.

Wulfoad heeft wel geprobeerd het leven van de jongen aangenamer te maken door het verkrijgen van enkele vrijheden zoals naar buiten mogen, een wandeling en enkele andere vrijheden. Maar later werd dit te gevaarlijk.

Geheim:

De plaats van dit klooster moest geheim blijven omdat de Merovingers veel aanhang hadden onder de edelen, zoals Wulfoad ,toch een zeer rijk en ook invloedrijk man.

Maar de kerk was oppermachtig.

Verschillende geschriften en vondsten wijzen er echter duidelijk op dat dat hier is geweest.

Veel later vond men bij opgraving naast de stoffelijke resten van Wulfoad en Adelsinde ook de resten van een kind. Nergens is te vinden dat zij zelf kinderen hadden.

In 754, toevallig ook het jaar dat Theuderic stierf, kwam Pepijn hier met een grote groep hoogwaardigheidsbekleders op bezoek.

Een stenen pamflet in de kapel herinnert aan dit ‘bezoek” van Pepijn en deze hooggeplaatste personen. In dit pamflet staat in oud Frans geschreven over de komst van Pepijn in gezelschap van vele kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders tot en met Paus Etienne Il zelf!  Waarom? Een redelijk onbeduidend en klein klooster, te midden van honderden andere veel grote kloosters…verborgen hoog op een heuvel in de eindeloze bossen van de Lorraine.? Wat moet een Paus en een belangrijk man als Pepijn.

Wij vinden hier in de oudste delen onder het klooster nog een gevangenis met een geheime ingang naar boven tot in de ruimte die wij de monnikenkamer noemen, nu entree, toen eetruimte voor de monniken. De stenen “évier”.

De gevangenis en de steen met tekst in de kapel ook………

Ook Wulfoad is hier gestorven in 772. Zijn lichaam een dat van zijn vrouw Adelsinde zijn hier begraven in wat nu nog de “Chapelle des Fondateurs” wordt genoemd, waar in 1734 hun resten werden ontdekt, met zoals gezegd, de overblijfselen van een jonge man…samen met een gouden kroon, een kam en een gouden schaar en enkele andere belangrijke symbolen van de Merovingers.

Deze symbolen hielden ook verband met de rituele lange haardracht van de Merovingische koningen, zij droegen het zo lang,

Deze Chapelle des Fondateurs was in opdracht van Aldesinde gebouwd en opgedragen aan Maria Magdalena.

In de loop der jaren:

In de loop er jaren is hier natuurlijk veel geleefd, gebeden, genoten, gezwoegd, gevochten en ook geplunderd, direct al door de Noormannen rond 900, die hun sporen wel hebben achtergelaten. Er is zelfs een heel huis gebouwd in Woinville met stenen van deze kerk ..dus van het Monastere de Castillion zoals het door Wulfond liefdevol en met heel veel overtuiging en wil werd neergezet, was niet veel meer over.

La Ferme Saint Christophe:

In de 18 e eeuw, nog voor de revolutie werd St Christophe omgebouwd tot een bastide, een gesloten ferme waar nog enkele monniken op het land werkten en de opbrengst bedoeld was voor de monniken in het grote klooster beneden in

St Mihiel en zodoende is het langzamerhand een ferme/ boerderij geworden. In de loop der jaren is er wel erg veel verwaarloosd, vernietigd en verloren gegaan, maar de charme en magie bleef bewaard.

Na de tweede wereldoorlog is de naam veranderd in la Verme Saint Christophe in plaats van Le Vieux Moutier.

Saint Christophe was de naam van de grootste van de twee kerken die hier stonden, waar van beiden de fundamenten trouwens nog gedeeltelijk aanwezig zijn.

St Christophe is de beschermheilige van reizigers, dus tot voor kort waren hier op 25 juli, de naamdag van S Christophe, grote feesten, met regionale lekkernijen en zelfs een helikopter die hier landde in de wei. Er werden nog auto’s gezegend en al! Ook werd het altaar in de kapel ieder jaar weer gezegend door een priester uit Saint Mihiel.

Maar ja, nu hebben wij Priesters, die taak dan maar zelf! We zitten er regelmatig, er is altijd een mooi bloemetje in deze kapel verse kaarsen, veel dierbaars, en “iets van het seizoen”.

Vaak wordt ons in het dorp gevraagd wanneer wij ook deze feesten weer in ere gaan herstellen.

In leder geval kunnen we hierop antwoorden dat wij de afgelopen jaren alles, maar dan ook alles, ingezet hebben om in eerste instantie het klooster zelf in ere te herstellen…en dat is ook een monniken werk!

Nagedachtenis aan Wulfoad en Adelsinde:

Dat herstellen, opknappen, bouwen, mooi maken en hier weer leven inblazen, deden en doen wij graag, samen en met onze kinderen, vele andere helpers en zeker ook in nagedachtenis aan Wulfoad en zijn vrouw Adelsinde.

Op zich is het feit dat ook zij, Adelsinde, overal genoemd en beschreven wordt, al een grote bijzonderheid. Man EN vrouw.. terwijl waarschijnlijk bijna niemand weet hoe bv. de vrouw van Karel de Grote heette. Die had trouwens vele maîtresses en buitenechtelijke kinderen, maar dat schijnt voor Koningen en machthebbers ook tegenwoordig wel normaal te zijn.

Man en vrouw, mannelijk en vrouwelijk. een eenheid die ook in de natuur heilig is.

Wat dát betreft was de RK kerk wel erg beperkt: “Elke vrouw die deelnam aan een religieuze handeling, werd veroordeeld als hoer en een heks” (uit de geschriften van de Prioré de Sion).

Maria Magdalena is hier een prachtig, maar ook triest, voorbeeld van.

Maar ook het vrouwelijke en sensitieve in de man zelf werd veracht, het ging om macht, kracht en, toen al, geld en invloed. En daar waar Koningen als die van het geslacht der Merovingers dit probeerden te veranderen, werd keihard ingegrepen.

Zelfs in een klooster als dit werden vrouwen geweigerd.

Jeanne d’Are wilde dit kleine klooster heel graag bezoeken, maar mocht er niet in!

Bezinning en bewustwording was weggelegd voor mannen…en de verdieping van de vrouw hoorde daar niet bij, in hun ogen.

Wat dat betreft waren de Kelten toch wat wijzer, voor hen was juist de twee – eenheid in alles, maar ook tussen man en vrouw en de bijzondere en verschillende kwaliteiten in man of vrouw, heilig.

Behalve de fysieke kracht en dáádkracht van de man werd ook het verzorgende en zachte van de vrouw vereerd en de wijsheid van beide…Vrouwen konden bij de Kelten dan ook priesteres zijn. Net als bij vele andere natuurgodsdiensten overigens.

Wat dat betreft zijn we tegenwoordig misschien wel een beetje terrein aan het terugwinnen wat die heilige harmonie betreft want in Nederland kan een vrouw tegenwoordig ook priester worden als zij dat wil.

En wij?

Wulfoad én Adelsinde…naast elkaar begraven in de Chapelle des Fondateurs…en zo zijn zij elke dàg naast elkaar…ook wij, maar dan wel wat drukker dan dood naast elkaar liggen!  Wij zijn elke dag opnieuw erg gelukkig dat wij hier samen mogen werken, iedere dag samen zijn, elk zijn werk en specialiteiten, maar met elkaar en naast elkaar en met onze kinderen en mensen die ons bezoeken.

Dat was en is onze droom. dat we dat hier konden en kunnen waarmaken, met onze paarden en andere dieren . Met steeds verschillende mensen om ons heen die het altijd fijn vinden om hier te zijn of te werken en altijd “iets” meenemen van wat Saint Christophe te bieden heeft, of dat nu tastbaar is of niet.

Zo is Saint Christophe is door de eeuwen heen een gewilde plek gebleven, er stonden hier inderdaad 2 kerken naast elkaar: een voor de bewoners uit Saint Mihiel, die tot 20 jaar geleden jaarlijks in processie trokken, de heuvel op lopend naar Saint- Christophe en een kerk voor de bewoners uit Woinville, het dorpje aan de andere kant van de heuvel.

Te voet en te paard passeren wij regelmatig de “Rue des Morts” een bospad dat nog verhard is hier en daar, dit zijn de oude keien van het pad van Woinville naar ons klooster, waarover de doden gereden werden, ook met paard en wagen, om hier begraven te worden.

Liggen al die botten er nog??? Vraag dat maar eens aan ons….